7 februari 2016

Vuilnisman

Piep...piep...piep... Jongste zoon komt naar me toegestormd: "De vuilniswagen, mama!" Het zijn inderdaad de eerste geluidjes van de vuilniswagen die eerst achteruit de straat in rijdt. Het duurt nog wel even voor hij bij ons zal zijn, maar zoonlief heeft het geduld niet om daar op te wachten. Naar buiten wil hij. Want de vuilniswagen mag hij niet missen. Zo staan we even later geduldig te wachten tot de vuilniswagen de containers voor ons zal leeg kiepen.

Als het dan eindelijk zover is, kijk ik naar het peutertje naast me. Hij verliest de wagen geen moment uit het oog. De man die de wagen bestuurt, kent hem al. Hij staat er tenslotte bijna iedere week. Vrolijk zwaaiend bestuurt de man zijn wagen. Het mannetje naast me zwaait verlegen terug.

Dan moet de grote vuilnisman even zijn wagen uit. Hij doet wat hij moet doen en stapt vervolgens op het kleine mannetje naast me af. Hij maakt een praatje, ze geven elkaar even een hand en vervolgens stapt hij vrolijk zijn truck weer in. Zwetend, dat wel. Want het is midden in de zomer, bloedheet.

Ik word overvallen door een gevoel van groot respect voor deze man. De vuilnisman. (Voor dit beroep zouden ze toch een betere naam moeten bedenken.) Hij bungelt wat status betreft ergens onderaan. Deze man zit met dertig graden zwetend in een truck zonder airco, ruimt de zooi van anderen op, zooi die er bovendien al zo lang ligt dat de stank niet te harden is. Hij voert zijn werk lachend uit en geniet van het kleine jongetje dat hem adoreert.

En wanneer ik naar die kleine peuter naast me kijk, snap ik een beetje beter wat de opdracht 'word als een kind' betekent. Door zijn onbevangenheid maakt hij de wereld van die vuilnisman voor dat moment een heel klein beetje mooier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk als je reageert. Ik vind het prettig als je je naam daarbij vermeldt.